‘Ik weet niet hoe ik moet weggaan bij deze werkgever of dat ik nog iets moet doen’, zegt hij, een man van rond de zestig. De begeleider vraagt hem de bak in te gaan om samen te kijken wat er gebeurt. De man loopt de bak in, langs het paard. Het paard blijft staan zonder enige respons. De enige reactie die waar te nemen is, is dat het paard zichzelf nog verder vast lijkt te zetten in zijn positie. Het paard staat uit de bak gericht, het hoofd laag en lijkt in beweging te willen komen, maar kan niet bewegen.
De man is langzaam dichterbij gekomen en staat bij de schouder van het paard. Ze kijken in dezelfde richting. De begeleider zegt: ‘Ik weet niet waar dit over gaat, maar mag ik je een suggestie doen in de vorm van een zin die je uit mag spreken?’
Hij knikt.
‘Zeg tegen datgene waar het paard nu voor staat: “dankjewel”.
De man kijkt de begeleider niet-begrijpend aan, maar spreekt de voorgelegde zin uit. Zijn gezicht verkleurt.
‘En misschien ook: “En nu laat ik je gaan”.
Hij knikt, lijkt nu te weten waar dit over gaat en spreekt de zin uit. Daarna loopt het paard heel langzaam van hem weg. Ze sluiten daarmee de sessie af.
In het nagesprek geeft de man aan dat het voor hem duidelijk is dat zijn vraag eigenlijk helemaal niet gaat over zijn vertrek bij de organisatie. Hij staat voor een heel andere opgave: zijn zieke partner voor wie hij lang de zorg heeft gehad toestemming te geven om te gaan. Zijn dilemma rondom zijn afscheid bij zijn werkgever was voor hem makkelijker onder ogen te zien dan het dilemma waar het hier echt om ging.
Uit het boek:
Coachen met paarden, de wijsheid van de kudde (Boom Uitgevers Amsterdam)
Meer weten over deze manier van werken?
Kom naar de kennismakingsworkshop