Door Carol Dohmen
Afgelopen vrijdag keek ik naar het college van Robbert Dijkgraaf bij DWDD University: de wonderen van het licht. Ik heb met plezier naar het college gekeken en geluisterd, dat is nog eens aanschouwelijk onderwijs! Wanneer ten tijde van mijn propedeuse in Wageningen iemand met zoveel plezier en geweldige huis-, tuin- en keukentoepassingen weerbarstige onderwerpen als trillingen en golven uit de natuurkunde in mijn hersenen had gepropt, had ik nooit een persoonlijk diepterecord hoeven vestigen met echte enen (ja 1) voor diverse tentamens inclusief herkansingen. Maar goed, ik heb het uiteindelijk toch enigszins begrepen, het tentamen gehaald en alsnog van dit frisse DWDD college mogen genieten.
Op het eerste oog lijkt licht niet zo bijzonder; de professor zei het al: “je mist het pas als het er niet meer is”. Maar als je er langer naar kijkt, wordt het een ingenieus verschijnsel. Ons licht komt van de zon en wanneer het onderweg ergens tegenaan botst, wordt het mogelijk om dingen te zien. Tenzij je blind bent. In de botsing met een voorwerp wordt het licht als het ware gebroken en daardoor gaan we ook nog kleuren zien. Tenzij je kleurenblind bent.
Voor verdere uitleg over licht, kleuren, de lengte van het licht, golven en het verschil in waarneming tussen garnalen- en mensenogen (waarbij garnalen dus meer zien dan wij) verwijs ik naar de professor. Ik ken mijn plek, ik heb uiteindelijk slechts met een 5,49 een voldoende voor dat verdomde tentamen gehaald.
Ik heb wel verder zitten denken. Als systemisch paardencoach maak ik -naast een heleboel andere kennis en informatie- gebruik van systeemenergie. Een verschijnsel dat we niet kunnen zien, niet kunnen meten en waarvan we wel aannemen dat het er is, dat het “ergens” vandaan komt en dat het ons informatie geeft.
Sommige mensen vinden het vaag, systeemenergie. Maar ook niet systemisch geschoolden kennen het onderbuikgevoel. Jeugdzorg attendeert haar medewerkers op het zogenaamde “niet pluis-gevoel”, je weet gewoon wanneer er iets in een gezin niet in orde is. En andersom, ik denk bijvoorbeeld dat succesvolle ondernemers een heel goed “wél pluis-gevoel” hebben, wat ze vertelt wanneer het juiste moment om zaken te doen is aangebroken. Waarmee ik niet zeg dat systeemenergie hetzelfde is als onderbuikgevoel, maar wel dat we allemaal antennes hebben om informatie op te vangen die niet zichtbaar en (nog niet) meetbaar is.
Voortbordurend op de systeemenergie bedacht ik, zou het zo kunnen zijn dat deze ook uit golven bestaat en dat, net zoals garnalen meer kleuren kunnen zien dan mensen, paarden meer systeemenergie kunnen waarnemen dan mensen? Wat is het dan mooi dat we dit via hun gedrag, bijvoorbeeld in een opstelling, tóch kunnen waarnemen.
En misschien is het wel zo dat systeemenergie door ons heen stroomt, maar ook verspreid wordt, omdat deze uit verschillende golflengtes bestaat en bij de één meer weerstand ondervindt dan bij een ander, bijvoorbeeld wanneer iemand systemisch gezien niet op zijn eigen plek staat maar op die van een ander. Zoals bij een röntgenfoto alleen het skelet zichtbaar wordt, wordt tijdens een opstelling het patroon van bijvoorbeeld triangulering waarneembaar.
Het zijn gedachtespinsels en mijn vroegere prof natuurkunde krijgt hier waarschijnlijk (t)rillingen van. Maar als systemisch paardencoach kom ik zo vaak in aanraking met situaties die ik niet kan begrijpen en die wel blijken te werken, dat ik voorlopig gewoon aanneem dat het er is.
De paarden gaan niet met me in debat over golflengtes, trillingen en de meetbaarheid der dingen. Ze werken onvoorwaardelijk met ons samen in een opstelling, door heel aanwezig en soms compleet afwezig te zijn. En ik heb gemerkt hoe vanzelfsprekend het is, dan zijn ze als het licht: je mist ze pas als ze er niet meer zijn.
Carol Dohmen is docent aan de Windopleiding Nederland en verzorgt de verdiepingsmodule “Kracht van de Kudde”